Als jouw bedrijf omzet heeft die gedeeltelijk is vrijgesteld van btw, dan heeft dit gevolgen voor je boekhouding. In dit artikel leggen we uit wat de juiste instellingen zijn voor je bedrijf en hoe je je boekhouding doet.
Ben je gedeeltelijk vrijgesteld van btw dan:
Koop je goederen of diensten die zowel voor je vrijgestelde als je belaste omzet zijn, dan is de btw maar gedeeltelijk aftrekbaar. Je maakt alle boekingen met btw en maakt aan het eind van de btw-periode een correctie voor de btw die je niet mag terugvragen. Voor Bedrijfsmiddelen die je hebt gekocht doe je dit ook én heb je te maken met een herzieningsperiode.
Bij
| Bedrijfsgegevens geef je aan dat jouw bedrijf gedeeltelijk is vrijgesteld van btw. Dit doe je als volgt:Is het grootste deel van jouw omzet belast met btw, laat de instelling dan staan op Ik ben btw-plichtig. Een nieuwe factuur wordt dan automatisch aangemaakt met btw en de Boekhoudbot verwerkt de standaardregels direct met btw in je boekhouding. Er worden dan geen conceptboekingen aangemaakt. Alleen wanneer je een factuur moet maken zonder btw, pas je de instelling (tijdelijk) aan naar Een deel van mijn goederen of diensten zijn vrijgesteld van btw.
Is het grootste deel van jouw omzet juist vrijgesteld van btw, zet de instelling dan op Ik ben vrijgesteld van btw. Een nieuwe factuur wordt dan automatisch aangemaakt zonder btw en de Boekhoudbot verwerkt de standaardregels direct zonder btw in je boekhouding. Er worden dan geen conceptboekingen aangemaakt. Alleen wanneer je een factuur moet maken met btw, pas je de instelling (tijdelijk) aan naar Ik ben btw-plichtig.
Maak bij Categorieën een aparte omzet categorie aan voor vrijgestelde omzet. Zo zie je in de winst-en-verliesrekening precies hoeveel van je opbrengsten belast zijn en hoeveel onbelast.
Categorie toevoegen:
Heb je bij
| Bedrijfsgegevens aangegeven dat een deel van jouw goederen of diensten zijn vrijgesteld van btw, dan worden de facturen die je aanmaakt voor jouw klanten standaard zonder btw aangemaakt. Wil je een factuur met btw maken, dan doe je dit als volgt:Geef bij het maken van een factuur of opbrengsten boeking aan of het om belaste of onbelaste omzet gaat. Zo kun je aan het eind van de btw-periode snel zien welke correctieboeking je voor de btw moet gaan maken:
Geef bij de factuurregel op:
Geef bij de categorie op:
Op basis van de standaardregels en eigen regels in Jortt boekt de Boekhoudbot je boekingen automatisch. Zo worden betalingen altijd op dezelfde manier geboekt en wordt de btw die je terug kunt vragen van de Belastingdienst direct in je btw-aangifte gezet.
Heb jij aangegeven dat een deel van jouw goederen of diensten zijn vrijgesteld van btw, dan weet de Boekhoudbot niet of de btw die via de standaardregels wordt geboekt door jou mag worden teruggevraagd. De boekingen op basis van de standaardregels worden daarom met btw geboekt en als conceptboeking aangemaakt. Je moet zelf controleren of de btw op deze boekingen mag worden teruggevraagd en past eventueel de boekingen aan.
Zijn de boekingen goed dan ga je ze accorderen:
Conceptboekingen worden niet meegenomen in je boekhouding. Je vindt deze boekingen dus niet in je balans, winst-en-verliesrekening en btw-aangifte terug.
Maak je eigen regels aan en wil je dat de btw voor deze betalingen wordt teruggevraagd, voeg dan bij Wijzig actie - Voeg parameter toe de optie Bereken btw met toe en kies het juiste btw-tarief. Geef je dit niet op, dan wordt de regel automatisch zonder btw geboekt.
Maak ook eigen regels voor de standaardregels van Jortt. De eigen regels gaan voor de standaardregels en zo kun je precies aangeven welke boekingen met btw geboekt moeten worden en welke zonder.
Koop je een bedrijfsmiddel en gebruik je deze voor zowel belaste als vrijgestelde omzet? Voor de periode waarin je het bedrijfsmiddel hebt gekocht bereken je de verhouding tussen je belaste en vrijgestelde omzet. Vervolgens maak je op basis van deze percentages een herberekening voor de btw die je terugvraagt van de Belastingdienst. Een bedrijfsmiddel staat op je balans en je schrijft hier maandelijks op af. De Belastingdienst noemt deze bedrijfsmiddelen ook wel investeringsgoederen.
Naast de herberekening in de periode van aanschaf geldt voor bedrijfsmiddelen een aanvullende regel, de herzieningstermijn. Een bedrijfsmiddel gaat meerdere jaren mee en je schrijft hier, in de regel, 5 jaar over af. Om die reden moet je in de 4 jaar na het jaar waarin het bedrijfsmiddel in gebruik is genomen, bepalen of je de afgetrokken btw moet herzien.
Per jaar vergelijk je het werkelijke percentage van belaste omzet met het percentage wat je aan btw hebt teruggevraagd. Is het verschil hiertussen 10% of meer, dan maak je hier een correctieboeking voor. Hier vind je een rekenvoorbeeld van de Belastingdienst.
Omdat jouw opbrengsten gedeeltelijk zijn vrijgesteld van btw, mag je niet alle btw terugvragen van de kosten die je hebt gemaakt.
Je gaat berekenen hoeveel procent van je omzet is belast met btw en hoeveel procent van je omzet is vrijgesteld. Op basis hiervan bereken je hoe groot je btw correctie is.
Voor de correctie maak je twee boekingen die je daarna aan elkaar koppelt. Je geeft in boeking 1 aan dat je minder btw mag aftrekken. Door de verschuiving in btw worden je kosten echter hoger en daarvoor maken we boeking 2.
Gebruik hiervoor een negatieve kostenboeking:
Zet de datum op de laatste maand van het kwartaal waarover je de correctie maakt.
Zet de datum op de laatste maand van het kwartaal waarover je de correctie maakt.