Leen je, of lenen jij en je fiscale partner samen meer dan € 500.000 (in 2023: € 700.000) van je BV, dan wordt het bedrag boven deze grens belast als inkomsten uit aanmerkelijk belang (box 2).
Alle schulden die je aan je BV hebt, worden meegeteld, met uitzondering van eigenwoningschulden waarvoor een hypotheekrecht vereist is ten gunste van de BV. Deze voorwaarde is niet van toepassing als je eigenwoningschuld al bestond op 31 december 2022.
De schulden van je fiscale partner en verbonden personen, zoals directe familieleden, worden ook meegeteld. Eventuele vorderingen die je op je BV hebt, worden niet meegenomen.
De drempel voor een lening van je BV is € 500.000 (in 2023: € 700.000). Indien je in een jaar meer leent dan deze drempel, wordt het meerdere bij de drempel van het volgende jaar opgeteld.
Als je een deel van de lening aflost, verlaagt dit de drempel met dat bedrag, tot minimaal de vastgestelde drempelwaarde.
Ondanks dat een deel van de lening mogelijk wordt belast, blijft de gehele lening bestaan en zal de BV rente blijven berekenen over het volledige bedrag. De ontvangen rente is onderhevig aan vennootschapsbelasting. Alle zakelijke voorwaarden van de lening, zoals rentepercentages en aflossingsvoorwaarden, blijven geldig.
De BV hoeft geen dividendbelasting in te houden over het deel van de lening dat belast wordt als inkomsten uit aanmerkelijk belang.